Als ouder wil je jouw kind ook thuis in zijn leerproces natuurlijk zo goed mogelijk begeleiden en motiveren. Hoe kun je nu als ouder met je eigen “schoolbagage”, je eigen leerstijl en interesses thuis voor een optimaal leerklimaat zorgen? En, heb je bij het begeleiden ook wel eens ervaren dat je kind anders leert dan jijzelf? Dat je ene kind heel anders leert en gemotiveerd is dan het andere, en dus ook een andere begeleiding nodig heeft?
Waar je oudste bijvoorbeeld haar werk altijd op tijd klaar heeft, heeft je jongste steeds aansporing nodig om aan het werk te gaan.
Aandacht besteden aan de individuele verschillen, diverse leerstijlen en de uniciteit van je kinderen is een hele uitdaging, maar hoeft niet moeilijk te zijn. Het begint bij jezelf kennen als ouder en van daaruit kijken naar je kind en hoe jullie van elkaar verschillen en overeenkomen. Vanuit dit inzicht in elkaar kun je je kind eenvoudig en spelenderwijs helpen om zo gemakkelijk en plezierig mogelijk te leren. Want leren is leuk!
Iedereen leert op zijn eigen manier en daarom is niet elke manier van leren voor iedereen geschikt. En dit is ook de reden waarom elk kind op een andere manier les zou moeten krijgen. Maar in de context van school is dit niet heel gemakkelijk haalbaar, hoewel er gelukkig al wel steeds meer rekening mee gehouden wordt. Thuis – met een beperkt aantal kinderen – wordt het inspelen op individuele leerstijlen al weer veel gemakkelijker. Het eerste uitgangspunt dat je echter zult moeten gaan hanteren als je er mee aan de slag gaat is: Niemand kan alles, maar iedereen kan wel iets. Ontdek wat je kunt en doe dat zo goed mogelijk; dat is de sleutel tot succes.
Dit betekent ook dat je de gedachte loslaat dat elk kind zich hoort te ontwikkelen volgens strakke, kunstmatig vastgestelde normen. Want, ondanks alles wat wij inmiddels weten over de verschillende manieren waarop een mens iets leert, houden we ons nog vaak al te graag vast aan cijfers en leeftijdsgebonden ontwikkelingscriteria. Hiernaast zijn we soms geneigd om kinderen met elkaar te vergelijken. En het vergelijken van elkaars intelligentie of vaardigheden kan erg schadelijk zijn. Vertrouw daarentegen op je kind, accepteer wie je kind is, want anders zul je hem, jezelf of jullie allebei ongelukkig maken.
Je kind is niet op de wereld gekomen om jou gelukkig te maken of om net zo te zijn als jezelf of misschien net zo te zijn als andere kinderen. Je kind is hier om zo te worden wie het is of liever nog, te mogen blijven wie hij is. Wist je dat Einstein, Churchill en Edison allemaal drop-outs waren op school. Hun leerprofiel sloot duidelijk niet aan op de manier waarop er werd lesgegeven of de lesstof werd aangeboden. En waren ze daarom niet intelligent?
Meervoudige intelligentie
Inzicht in hoe je leert krijg je meestal door te beginnen met kijken waar je goed in bent (je sterke eigenschappen) en wat je leuk vindt. Als je dit weet, zit je vaak heel dicht tegen de dingen aan die je motiveren om te leren, en ze zeggen je vaak ook iets over hoe je de dingen graag doet en waarom je ze graag doet. Iedereen wordt geboren met een passie om te leren. Echt waar. En, als leren aansluit bij de reden waarom je leert, bijvoorbeeld omdat je het onderwerp leuk vindt of omdat je het interessant vindt of omdat je er gewoon goed in bent (talenten), zal leren ook vaak moeiteloos en plezierig gaan.
Elk individu bezit een wijde range aan talenten waardoor we onze intelligentie kunnen laten zien. En deze talenten zijn niet te vatten in de simpele constatering dat hij ‘meer of minder intelligent’ is. Intelligentie wordt zichtbaar wanneer we ‘dingen maken of problemen oplossen die van nut zijn voor onze maatschappij’, en dit kan op verschillende manieren gebeuren. We bezitten – volgens de theorie van Gardner – negen intelligenties die we kunnen gebruiken om problemen op te lossen, en dus te leren. Gardner onderscheidt achtereenvolgens: verbaal/linguïstische (taalknap), logisch/mathematische (rekenknap), visueel/ruimtelijke (beeldknap), muzikaal/ritmische (muziekknap), lichamelijke/kinesthetische (beweegknap), interpersoonlijke (samenknap), intrapersoonlijke (zelfknap), natuurgerichte (natuurknap) en spiritueel/opzichzelf gerichte (filosofeerknap) intelligentie. In de praktijk zie je dat de een verbaal heel sterk en gemakkelijk leert door gebruik te maken van taal; een ander ziet snel verbanden of logische gevolgen. Een derde blinkt uit in ruimtelijk inzicht of maakt gebruik van klanken en ritmes.
Intelligentie is voor Gardner de bekwaamheid om te leren, om problemen op te lossen. Mensen blijken dat op verschillende manieren te doen. Dat komt door de wijze waarop zij gebruikmaken van die verschillende intelligenties. Die zijn voor hem of haar even uniek als een vingerafdruk. Elk mens heeft een eigen ‘intelligentieprofiel’ waarin hij of zij zich onderscheidt van de ander.
Zelf en Samen oefenen
Om het begrip van en inzicht in elkaar te vergroten op het gebied van hoe je leert, is het leuk om een oefening samen te doen. Zeker op een regenachtige woensdag- of vrijdagmiddag. Je zult zien dat het veel opheldert en bovendien erg leuk en gezellig is om samen te doen. Als ‘huiswerk’ zou je eerst een oefening voor jezelf kunnen doen. Want, als je de oefening eerst zelf doet weet je ook van jezelf vanuit welk referentiekader jij denkt en leert en kom je er misschien achter waar het botst met de interesses of leerstijl van je kind.
Maak een lijst met sterke eigenschappen. Vaak vind je die door de vragen te beantwoorden: wat zijn de dingen waar je goed in bent en wat zijn de dingen die je leuk vindt. Pak een van je goede eigenschappen eruit, bij voorkeur een die je graag zou willen versterken. En vraag jezelf af dat als je dit wilt doen, hoe ga je dan te werk? Probeer je te oefenen? Lees je er boeken over? Praat je er met ander mensen over? Terug naar jouw sterke eigenschappen. Zijn deze in te delen in een of meerdere van de hierboven genoemde intelligenties. Ben je goed in zingen of getalsmatig goed onderlegd? Of zitten jouw talenten meer in het schilderen en tekenen of op het gebied van de natuur; het zorgen voor dieren en planten. En hoe waardeer je deze eigenschappen eigenlijk voor jezelf? Leuk hè, om zo’n plaatje eens voor je te zien en daadwerkelijk te zien en te voelen waar je goed in bent.
Als je dit gedaan hebt – en misschien nog aan het nagenieten bent van het verkregen inzicht op het gebied van je eigen talenten en intelligentie – ligt niets je meer in de weg om dit ook samen spelenderwijs met je kind te doen. Vraag je kind wat haar sterke eigenschappen zijn. Het kan haar helpen als je haar vraagt naar waar ze goed in is en wat ze leuk vindt. Misschien heeft ze nog een extra ruggensteuntje nodig en zou je haar kunnen helpen door het in herinnering brengen van situaties of gebeurtenissen op bijvoorbeeld school, thuis of op het sportveld en te vragen of er daar dingen waren waar ze trots op is, goed in was of leuk vond.
Hierna is het leuk je kind een collage te laten maken van al haar sterke eigenschappen. Je kind kan zelf tekeningen maken, foto’s knippen uit tijdschriften, foto’s van haarzelf nemen, of allerlei dingen in en om het huis opzoeken die uiting geven aan haar sterke eigenschappen. Wanneer de collage klaar is, hang je die aan de muur ter herinnering aan en als bevestiging van alle dingen die ze goed kan. (En als je het aandurft is het leuk om samen een collage te maken, dus ook een van je eigen sterke eigenschappen). Nu is het de uitdaging – als je er samen naar kijkt of er over praat – om de sterke eigenschappen van je kind te waarderen. En het uitdagende hieraan is om ook die eigenschappen te waarderen die niet specifieke eigenschappen zijn die jij graag ziet.
Lekker leren
En nu terug naar leren. Wat is nu de relatie naar leren. Leren doe je het beste en het liefste als het aansluit bij jouw belevingswereld en bij de dingen die je leuk vindt of waar je goed in bent. Dus inzicht in je eigen intelligentie-profiel (leerstijl) kunnen je kind helpen bij het leren van iets nieuws of bij het herhalen/repeteren van een reeds behandeld onderwerp op school. In plaats van iets op één manier te leren, ga je op zoek naar andere manieren van leren gebaseerd op de verkregen inzichten op het gebied van meervoudige intelligentie. En wees hierbij niet bang om de verschillende manieren te proberen. Dit maakt van leren juist tot een avontuur en iets dat leuk is. Maak er een ontdekkingsreis van voor jullie samen en kijk er naar, lach nu om dramatische ‘huiswerk-maken’ of overhoor situaties, waarbij je elkaar niet begreep of waarbij je als ouder iets belangrijk vond, maar waarvan je kind absoluut niet begreep waarom.
Tot slot, nu blijven er altijd dingen over die je kind moet leren en misschien niet zo leuk of boeiend vindt. En helaas worden die vaak ook op een bepaalde manier in de lesstof aangeboden. Door ook hier te kijken naar wat je kind leuk en interessant vindt, kun je de brug slaan naar moeiteloos en lekker leren. Je verpakt hetgeen je moet leren anders of je plaatst het in de context van hetgeen je kind leuk vindt. Een voorbeeld: stel je kind vindt het heerlijk om koekjes te bakken, maar rekenen vindt het saai. Hoe zou het zijn als je tijdens het afwegen van de juiste hoeveelheden vraagt naar: Hoeveel is nu 100 gram plus 500 gram bij elkaar opgeteld? Of als we er nu 20 gram vanaf moeten halen, hoeveel houd je dan over? Op deze manier is het spelenderwijs aan het leren . En later als de cake of koekjes in de oven staan, kun je je kind vertellen dat het toch wel handig als het kan rekenen als je iets wilt bakken. En, dan zul je zien dat ineens het nut en de relevantie van leren rekenen ziet en ook dat het leuk is om te doen.
En begin zelf in de toekomst misschien in plaats van je zorgen te maken over OF je kind wel intelligent is, met te bedenken HOE je kind intelligent is. Meer hierover kun je lezen in mijn boek “Opvoeden vanuit het Hart” in het hoofdstuk Ontdek je eigen kracht met hierbij een mindmap werkblad om samen jullie leerstijlen te ontdekken.